Iedere Nederlander weet: Gouda heeft kaarsen, Volendam klompen en Leerdam, naast kaas, ook glas. De glasfabriek in dit pittoreske stadje is zelfs zó oud dat het predicaat koninklijk is verleend. Dan heet het Royal Leerdam, want enkel voor de Nederlandse markt produceren is niet meer rendabel. De glasfabriek is gespecialiseerd in het maken van kristal, een glassoort dat door toevoeging van lood helder ziet en dito klinkt. Vandaag zijn we in Leerdam, echter niet in de glasfabriek maar in de Glasblazerij en het Glasmuseum, beiden welgelegen aan rivier de Linge. Mooier dan het kijken door en naar glas, is het maken van glas. Op plaatsen waar ambachtelijke producten in glas gekocht kan worden kun je soms ook kijken naar het maakprocedé. In Zuid Zweden heb ik het kunnen bewonderen, in Barceloneta en nu dus in Leerdam. Glasblazers kennen elkaar over heel Europa, verteld Gert Bullée. Hij is meester glasblazer en beantwoordt alle vragen na afloop van een demonstratie. Glas is mede afhankelijk van de grondstoffen die je inkoopt. Deze komen onder andere uit Duitsland, Zweden of Tsjechië. Verhitten is meestal niet zo’n punt, echter verwerken en uiteindelijk laten afkoelen meet heel nauw. De werktemperatuur bedraagt circa 1115 gr Celsius maar soms ook 1155 gr, afhankelijk van de soort glas. Het bewerken bestaat uit het plukken en keien met tangen, houten spatels, perenhouten kommetjes en zelfs papieren vellen. Bij het afkoelen is 375 gr Celsius een kritische temperatuur. Het kan wel vier en twintig uur duren voordat kamertemperatuur is bereikt. Tijdens het binnenstromen van bezoekers loop ik ook kunstenaar Christien Meindertsma tegen het lijf. Ze is gevraagd een collectie te maken met glas en is zich nu aan het oriënteren. Een aantal maal per jaar worden kunstenaars of kunststudenten uitgenodigd met het materiaal te experimenteren. Middels een beurs kun je voor een bepaalde periode verbonden zijn aan de glasblazerij en beschikken over materiaal, materieel en deskundige begeleiding. Het is een ambacht dat zeker levend gehouden dient te worden en dan is promotie, door mensen warm te maken, de beste en meest praktische strategie.
Na de lunch worden we ontvangen door glasconservator Hélène Besançon in het Glasmuseum dat gebouwd is door twee villa’s met een drietal loopbruggen te verbinden. De collectie van het museum bestaat in de basis uit de werkcollectie van de Glasfabriek in Leerdam en met name vanaf het moment dat fabrieksdirecteur P.M. Cochius (1874-1938) de scepter zwaaide en kunstenaars als Lebeau, de Lorm en Lanooy en architecten als Berlage, De Bazel en Frank Lloyd Wright uitnodigde om glas te ontwerpen. Ook A.D. Copier kreeg van Cochius alle kansen zich op te werken tot artistiek directeur en uit te groeien tot de beroemdste Nederlandse glasontwerper van de 20ste eeuw. Van hem is een buitengewone collectie te zien. Zelf herken ik de likeur karaf van mijn oude tante Sophie. Aantrekkelijk van vorm en al weer jaren in mijn bezit. Wij krijgen als mbo collectiebeheer een rondleiding op maat met aandacht voor het tentoonstellen, de aantasting en het in stand houden van de collectie. Glas kan gaat ”zweten” en dit is een onomkeerbaar proces van verval. Luchtvochtigheid en hoge temperaturen blijken niet goed voor glas, en licht moet ook zorgvuldig worden aangepast. Momenteel wordt vanuit de Universiteit van Amsterdam onderzoek gedaan naar de aantasting van glas en welke factoren daarbij een rol spelen. Op basis van de resultaten kan het museum aanpassingen treffen om de collectie nog lang te kunnen beheren en te behouden.